Blauw wonder

Als Alois Ruf in zijn kindertijd op de snelweg een vroege voorloper van de Porsche 911 ziet, markeert dat het begin van een levenslange passie. Wat bijna als fictie klinkt, is echt waar: circa 50 jaar later ontdekt hij in zijn eigen garage de in ‘Emailblau’ uitgevoerde sportwagen.

   

Zijn eerste Porsche:

Zijn eerste Porsche:

Alois Ruf kreeg de zesde ooit gebouwde 901 voor zijn 19e verjaardag – zonder zijn roerige geschiedenis te kennen. Bijna 55 jaar later bezit hij nog steeds de wagen met de bijnaam ‘Quickblau’.

In april 1964 komt de jonge Alois Ruf zijn toekomst tegen. Op de snelweg A8 in Beieren bij Günzburg, halfweg tussen München en Stuttgart. Alois is 14 jaar oud, rijdt met zijn vader in een Opel Rekord en kijkt naar de regen buiten. Opeens suist er van achteren uit de wazige leegte een blauwe auto dichterbij, omhuld door een wolk grijs stuifwater. Het ruisen van de banden wordt overstemd door een kort, heftig gebrul. Alois, autofan en abonnee van het techniektijdschrift hobby, weet het meteen: dat moet de nieuwe Porsche 2000 zijn – zo werd het prototype uit Zuffenhausen toen genoemd door het magazine. Slechts een paar seconden – maar ze markeren het begin van een diepe passie die tot nu toe aanhoudt.

“We waren onder de indruk”, herinnert Alois Ruf, directeur van het Porsche Service Centrum Pfaffenhausen, zich het moment op de snelweg. “Nu weet ik dat het de eerste keer was dat ik zo’n soort Porsche heb gezien. En gehoord. Waanzinnig!”

Al voor dat moment op de A 8 is de familie Ruf gefascineerd door het merk Porsche. De jonge Alois is groot fan van de modellen uit Zuffenhausen, sinds zijn vader, een gediplomeerd automonteur met garage, thuiskwam met zijn eerste Porsche 356.

Diverse 356’s passeren later de werkplaats van Ruf senior. Maar dan presenteert Porsche in de herfst van 1963 een fantastisch, nieuw model, dat in de jaren na de eerste ontmoeting met de blauwe sportwagen steeds vaker opduikt in de werkplaats aan huis. De 901, vanaf het voorjaar van 1964 in serie geproduceerd en in de herfst van datzelfde jaar voor het eerst geleverd. Vanwege mogelijke juridische problemen wordt de typeaanduiding echter gewijzigd. In plaats van 901 heet de nieuwe vanaf dan en voor altijd: 911.

Uniek:

Uniek:

Dat de 901 van Alois Ruf een echt prototype is, bewijzen diverse bijzonderheden. De klok – hier voor het eerst in het dashboard – heeft nog alle cijfers. Die in de seriewagen alleen de drie, zes, negen en twaalf. Het met krimplak gelakte dashboard was daar ook niet zo aanwezig.

Het is 1969 als Alois Ruf senior voor de 19e verjaardag van zijn zoon een gebruikte 911 koopt die bij een ongeluk wat schade heeft opgelopen. “Zodat ik na het behalen van mijn rijbewijs iets had om aan te sleutelen en in te rijden”, zegt Alois Ruf. “De vorige eigenaar had echter de motor gehouden, en dus werd er in plaats van de zescilinder een viercilinder van een 912 in gezet. Volgens mijn vader had die motor voldoende vermogen voor mij.” Voor Ruf is zijn eerste eigen sportwagen in de jaren daarna het ideale object om de ‘Elfer’, die inmiddels is uitgegroeid tot een klassieker, helemaal te doorgronden – en hem qua look in een 911 S te veranderen. Na vele kilometers over wegen in Beieren komt de sportwagen echter niet meer van zijn plek in de garage. Nieuwe modellen maken hun opwachting. Langzaam verandert hij in een oldtimer. Jaren verglijden, want Ruf besteedt nu al zijn aandacht aan het opbouwen van zijn bedrijf. Een geplande restauratie van zijn oude ‘Elfer’ schuift hij op de lange baan. Daardoor gaat er bijna een sensatie aan zijn neus voorbij.

"Diverse details hadden nog de charme van iets onvoltooids, deels geïmproviseerds." 

Alois Ruf
Familieding:

Familieding:

Ook Alois Rufs dochter Aloisa is gefascineerd door Porsche – en door haar vaders 901 met vele unieke details. Het zijraampje achter kan bijvoorbeeld niet worden uitgeklapt.

“Ik wist dat mijn eerste Porsche een heel vroeg model moet zijn geweest”, vertelt Ruf. “Diverse details hadden nog de charme van iets onvoltooids, deels ook geïmproviseerds.” Als dan, het is al 2019, de restauratie eindelijk wordt aangepakt, wordt het de betrokkenen snel duidelijk: dit exemplaar past in geen enkel format. “De wagen diende blijkbaar als proefmodel dat werd gebruikt om nieuwe oplossingen te testen.” Maar dan wordt het chassisnummer 13326 ontdekt, en onder diverse lagen ook de originele laklaag: ‘Emailblau 6403’. De eerste, doorslaggevende aanwijzingen voor het feit dat het hier echt om een van de zeldzame 901’s moet gaan, bovendien om het zesde ooit gebouwde exemplaar. Want al snel blijkt dat het chassisnummer hoort bij de eerste 901 met vijf ronde instrumenten op het dashboard. De eerste vijf gebouwde 901’s evenals de zevende hadden slechts twee instrumenten. Het is een sensatie: tot dan toe wordt de nummer 6 als verloren beschouwd.

Verliefd op details:

Verliefd op details:

Een gevoel dat je hoe dan ook bekruipt als je rond de auto loopt. Ook al zijn deze velgen niet voorbehouden aan de 901, toch zijn ze steeds weer een historisch hoogtepunt.

“Het is alleen jammer dat Porsche, toen de wagen werd goedgekeurd en vervolgens werd verkocht, al over een seriemotor beschikte”, aldus Ruf. “De oorspronkelijk in het proefmodel ingebouwde zescilinder was omgeruild, zoals gezegd.” De sportwagen is dus weliswaar compleet, maar daarmee begint ook de zoektocht naar een motor uit de vroege testfase. Nog eens helpt het toeval een handje: “Ik kreeg een telefoontje van een conciërge van een school voor beroepsonderwijs. Hij zou een oude Porsche-zescilinder, die daar als studieobject werd gebruikt, naar de sloop brengen. Hij had echter vernomen dat ik oude modellen restaureer en bood me de motor aan.” Het aggregaat, dat decennia eerder door Porsche was gebouwd, blijkt niet de originele motor maar motor nummer 22 te zijn, en dus ook een zeer vroege zescilinder.

Uniek:

Uniek:

In het dashboard ontbreken nog de luidsprekers. Pas in de eerste seriewagen zaten die erin. Ook werden in de 901 voor het eerst vijf ronde instrumenten ingebouwd. Smalle chroomringen uit de 356 werden nog gebruikt.

Langzamerhand wordt, na veel onderzoek, de geschiedenis van de 901 van Alois Ruf steeds duidelijker: de in september 1963 geproduceerde sportwagen kreeg toentertijd de bijnaam ‘Quickblau’ en diende voor representatieve doeleinden. Op 16 oktober maakt hij op de Earls Court Show in London zijn debuut. Daarna, in maart 1964, staat de coupé op de Autosalon in Genève. Nadat de nummer 6 overgedragen wordt aan de ontwikkelingsafdeling van Porsche, krijgt de wagen een echte motor, voor de exposities is er achterin slechts een dummymotor van hout gemonteerd. Nu kan de auto voor tests worden gebruikt, bijvoorbeeld voor een bandentest op de Hockenheimring. Dan neemt Ferdinand Piëch ‘Quickblau’ als dienstauto in gebruik. Een tijdje later verkoopt hij hem voor 7.500 mark aan de legendarische Porsche-motorenconstructeur Hans Mezger.

Origineel:

Origineel:

Alois Ruf redde motor nummer 22 van de sloop en restaureerde hem. De schuifknop voor de ventilatie is nog een detail dat je alleen in het prototype vindt.

Mezger rijdt twee jaar lang in de sportwagen en verkoopt hem eind 1967 met 63.381 kilometer op de teller aan een ondernemer die in Fellbach bij Stuttgart een busfabriek bezit. De cirkel is nu bijna rond, want deze ondernemer heeft in de zomer van 1968 een klein ongeluk op een circuit en koopt daarom een nieuwe 911. ‘Quickblau’ staat weer te koop. Automonteur Alois Ruf senior slaat zijn slag en doet de wagen cadeau aan zijn zoon voor zijn 19e verjaardag. Een halve eeuw later wordt de vroege ‘Elfer’ uiteindelijk geïdentificeerd als de verloren gewaande 901. Misschien precies dezelfde auto die de jonge Alois toentertijd op de snelweg zag! Met de grootste zorgvuldigheid wordt gezocht naar bronmateriaal om de wagen weer in de toestand terug te brengen, waarin hij ooit op de Autosalon in Genève te bewonderen was. Om geen enkel detail over het hoofd te zien, worden bijvoorbeeld oude standaard 8 mm-filmpjes uit het privé-archief van voormalig eigenaar Hans Mezger bestudeerd.

Een bezoek waard:

Een bezoek waard:

Tegenwoordig deelt Ruf zijn passie met zijn vrouw Estonia en dochter Aloisa. De auto staat doorgaans in het eigen museum in het Zwabische Pfaffenhausen. Op de Concorso d’Eleganze Villa d’Este 2023 in het Italiaanse Cernobbio wordt hij voor het eerst aan het publiek getoond.

Het is de moeite waard. Ruf is nog steeds verbijsterd: “Dat uitgerekend deze wagen al bijna 55 jaar in mijn bezit is, kan ik nog steeds nauwelijks geloven.” Daarnaast houdt nog iets de Porsche-fan bezig. Wie weet, misschien zat Ferdinand Piëch wel achter het stuur tijdens de eerste ontmoeting op de verregende snelweg? Alois Ruf gelooft dat maar wat graag en zegt glimlachend: “Zo snel als wij toen werden ingehaald, moet hij het wel zijn geweest.”

Jürgen Lewandowski
Jürgen Lewandowski

Verwante artikelen