Open en eerlijk

Eind jaren tachtig is het voor iedereen bij Porsche duidelijk: er moet iets gebeuren. De economische situatie is gespannen. De introductie van de Porsche Boxster in 1996 als nieuwe modelreeks werkt bevrijdend. De wendbare roadster met de watergekoelde zescilinderboxermotor die voor het eerst vóór de achteras zit, verovert de harten van een nieuwe en jongere klantenkring. Horst Marchart was een van de stamvaders ten tijde van de grote herstructureringen en destijds afdelingshoofd voor de algemene voertuigontwikkeling.

Als Marchart in het voorjaar van 1991 toetreedt tot de raad van bestuur van Porsche, wordt hem om advies gevraagd. “Ik zei: ‘Alles stopzetten en dan een consequente koers uitzetten – nieuwe modelplanning, ontwikkeling en productie.’” De in 1939 in Wenen geboren Marchart herinnert het zich nog goed. Hij vaart vooral op zijn instinct, het idee is nog niet helemaal doordacht. De introductie van een verfrissende tweede sportwagenserie zou het antwoord kunnen zijn. Een aansprekende en onmiskenbaar autonome modelserie die tegelijkertijd duidelijk de genen van het merk draagt. De serie zou lichtvoetigheid moeten uitstralen met prijzen die ver onder die van de 911 zouden moeten liggen. De belangstelling was gewekt. “Ze wilden weten hoe lang het zou duren om de haalbaarheid van het idee te onderzoeken. Ik vroeg om vier maanden.”

Marchart beleeft de koerswijziging voor de toekomst van Porsche van dichtbij. De status quo toentertijd: “We hadden een geweldige Porsche 911 van de generatie 993 bijna klaar voor marktintroductie. De Porsche 928, 944 en 968 waren ook autonome modellen, die weinig technische overeenkomsten hadden met elkaar of met de 911.”

De technische en strategische uitdaging is om de nieuwe sportwagen nauw te laten aansluiten bij toekomstige generaties van de 911. En de auto zou moeten herinneren aan de legendarische Spyder-modellen. De plannen voor een hoogwaardige tweezitter met middenmotor overtuigen het bestuur. Het nieuwe model moet ‘Boxster’ heten, als verwijzing naar de open roadster en de merktypische zescilinderboxermotor. Dat deze in de generatie 996 van de 911 voor het eerst waterkoeling krijgt, staat al vast. De Boxster anticipeert hierop.

Grant Larson ontwerpt het eerste concept. In het ontwerp worden bewust stijlelementen van de Porsche 550 Spyder uit de jaren vijftig en de Porsche 718 RS 60 Spyder van 1960 opgenomen: het middenmotorconcept, de neus die ver over de vooras steekt, de korte overhang van de carrosserie aan de achterkant en de centraal geplaatste uitlaatpijpen zijn belangrijke referenties. Onderscheidende luchtinlaten en -uitlaten vormen belangrijke designelementen. De zilverkleurige carrosserie en het detailrijke rode interieur zijn gebaseerd op de Porsche-historie en worden nu tevens kenmerk van de ommekeer.

“Na de overweldigende positieve reacties in Detroit in 1993 wisten we het zeker.” Horst Marchart

Horst Marchart, sinds het najaar van 1991 toegetreden als bestuurslid voor onderzoek en ontwikkeling, twijfelt er geen moment aan dat dit model naast de nieuwe 911-generatie een succes zal worden zonder het merkicoon in de weg te zitten: “Het was me duidelijk dat de 993 zo goed was dat de geplande modelcyclus tot 1998 zou worden gehaald, zelfs met de concurrentie van de Boxster. En na de overweldigende positieve reacties op het Boxster-concept in januari 1993 bij de presentatie in Detroit, wisten we zeker dat we samen de juiste beslissing hadden genomen.” Na de drukte van de beurzen werd het credo: stop de ontwikkeling van het concept, niets meer aan veranderen.

Als het productiemodel in augustus 1996 wordt gelanceerd, zijn er inderdaad grote overeenkomsten met de ster van de beurs in Detroit. Aangezien de voorkant wordt gedeeld met de generatie 996 van de 911, die een jaar later verschijnt, is de familieband onmiskenbaar. Technisch gezien biedt de Boxster baanbrekende innovaties. Behalve de waterkoeling zijn dit onder andere de uit de racerij afgeleide lichtmetalen vierzuigerremklauwen uit één stuk, vierkleppentechniek en VarioCam-technologie. De zescilinderboxermotor wordt de kern van een compleet nieuwe motorenfamilie, die later ook in de 911 zal worden gebruikt. Als alternatief voor de standaard handgeschakelde vijfbak is de Boxster ook leverbaar met de Tiptronic S-automaat, die nu voor het eerst vijf versnellingen heeft.

Over de evolutiestadia van de Boxster zijn al veel boeken volgeschreven. In 2003, 2005, 2007 en 2012 zijn belangrijke ontwikkelingsstappen gezet. In 2016 volgde een volledige herintroductie van de modelreeks 718 met viercilinderturbomotoren en een aangescherpt design.

De roadster is van sportwagen doorgegroeid tot topatleet. De prestatievergelijking alleen al spreekt boekdelen: de originele Boxster ontwikkelde 150 kW (204 pk), het speciale jubileummodel voor de 25e verjaardag een indrukwekkende 294 kW (400 pk, Boxster 25 Years: brandstofverbruik gecombineerd 10,8 – 9,6 l/100 km, CO₂-uitstoot gecombineerd 246 - 219 g/km (geldig vanaf 03/2021)).

Het jubileummodel, beperkt tot 1250 stuks, is een eerbetoon aan het eerste concept. Een van de opvallendste kenmerken is de herinterpretatie van de kleur neodyme: deze koperachtig glanzende bruine tint zorgde op het tentoongestelde model al voor een opvallend contrast met de basiskleur GT-zilver metallic. Net als in het historische voorbeeld zijn het leder van het interieur en het cabriodak in rood uitgevoerd. De sfeer van optimisme uit de beginjaren is tastbaar als Horst Marchart de voor het bedrijf zo belangrijke geschiedenis van de ontwikkeling van de Boxster samenvat. De passie en durf van toen zit nog steeds in de hele 718-serie. Alleen de nuchterheid van de pragmatische afwegingen van toen past niet bij fascinerende auto’s. Horst Marchart glimlacht en haalt nog een herinnering op: “Dr. Wolfgang Porsche wilde van mij weten wat we zouden doen als de Boxster na tien jaar een succes zou blijken. Ik zei: ‘Dan krijgt u uw vierzitter.’” Maar dat is weer een ander verhaal.