Iemand die stof doet opwaaien

Guglielmo Miani is niet alleen CEO van het Milanese luxemerk Larusmiani, hij is ook gek op ambachtskunst, verfijnde stoffen, de dynamiek van zijn geboortestad en ... zijn turbo’s.

  

Op het naambordje staat maar één letter: G. Ook de portiers beneden in het huis reageren niet direct als je je als gast van ‘Signore Miani’ meldt.

Pas bij de voornaam spitsen ze hun oren: “Guglielmo, natuurlijk!” Ze bellen hem. Dan mag je in de mahoniehouten lift stappen die rechtstreeks naar zijn penthouse voert.

Het is vrijdagochtend, 8.30 uur in Milaan, dicht bij de beroemde exclusieve modewijk Quadrilatero d’Oro. Guglielmo Miani ontvangt ons in een donkerblauwe ochtendjas van fluweel met doorgestikte zijden revers. Voor de fotoshoot draagt de eigenaar van het exclusieve merk Larusmiani het model ‘Clark Gable’ uit de eigen collectie. “Buon giorno, ik ben Guglielmo”, zegt hij vriendelijk. “Zin in koffie?” Even later staat er een heerlijke espresso op de salontafel.

Miani is ondertussen weer bezig met de fotograaf, leunt tegen de terrasdeur en gaat zitten op de opgepoetste Honda Four die in de woonkamer staat. Zijn blik dwaalt door zijn penthouse, 7e verdieping, met uitzicht over Milaan. Als je op het terras staat, zie je rechts de torens van de dom en links de torens van het financiële centrum.

In de woonkamer hangt voor een spiegelwand de rood-witte carrosserie van een oude Alfa Romeo-sportwagen, daarnaast de zwart-witfoto van een naaktmodel. Op de tafel ervoor ligt een stuur dat ooit van Ayrton Senna was.

Eyecatcher:

Eyecatcher:

zijn voorliefde voor felle kleuren en hoogwaardige accessoires kan je in Miani’s penthouse niet ontgaan.

Van zijn zwak voor paardenkrachten en een zekere mate aan ‘dandyisme’ maakt Miani geen geheim, niet in zijn huis noch op het Instagram-kanaal van zijn merk dat hij zelf beheert. Hij gaat op zijn donkergroene bank van zijdefluweel zitten, neemt de leren tabakszak met bedrijfslogo en draait een sigaret.

“Ik maak geen mode”, verduidelijkt de 46-jarige direct aan het begin. “Trends interesseren me niet.” Bij Larusmiani gaat het “om mooie, goed doordachte producten” voor een veeleisende klantenkring. De herenkleding is volgens hem “fatto a mano” – handwerk, net als de accessoires. De kleding staat niet voor extravagantie, maar voor stijl. Het enige waarin hij extreem is, is zijn “waanzinnige hang naar kwaliteit”.

Die werd hem met de paplepel ingegoten – door zijn grootvader, naar wie hij vernoemd is. Het was Guglielmo Miani senior die het merk Larusmiani ruim 100 jaar geleden heeft opgebouwd. Op 17-jarige leeftijd pakte hij in het Zuid-Italiaanse Apulië zijn kartonnen koffer en vertrok hij richting het noorden om daar zijn geluk te beproeven. Met slechts een paar lires op zak, maar vastbesloten om het te gaan maken.

In 1922 opende hij in een binnenplaats aan de Via Manzoni in Milaan een kleermakerij en noemde deze ‘Larus’, meeuw in het Latijn, omdat het naar vrijheid klonk. “Het streven naar vrijheid en het extroverte karakter hadden ze gemeen”, zegt de kleinzoon, zelf vader van twee volwassen kinderen.

Een kwestie van elegantie:

Een kwestie van elegantie:

de kleding van Larusmiani heeft geen zichtbare labels, maar de klanten herkennen haar aan de stijl.

Het geluk was zijn grootvader gezind: al snel maakte hij verfijnde kostuums voor illustere klanten en leerde hij in de Via Manzoni ook zijn latere vrouw kennen. Bovendien bezat hij een scherp zakelijk inzicht: omdat de mooiste stoffen in die tijd uit Engeland kwamen, begon hij er handel mee te drijven en groeide hij uit tot de grootste importeur van Britse stoffen in Italië.

“Mijn grootvader werkte elke dag tot 19.00 uur”, vertelt Miani. “Daarna ging hij naar de bar Camparino.” Toentertijd ontmoetten politici, schrijvers en journalisten elkaar in dit Milanese instituut, dicht bij de ingang van de wereldberoemde Galleria Vittorio Emanuele II, de met een koepel getooide tempel onder de inkoopcentra. De bar beschouwde men als de huiskamer van de stad. En wat deed Miani senior, toen hij de kans kreeg? Hij kocht het van de familie Campari – en hield zich daar bezig “met wat je nu pr zou noemen”, zegt Miani junior.

Wat er tegenwoordig van de ideeën van de grootvader is geworden, wil hij ons later in het hoofdkantoor laten zien. Miani kleedt zich om. Hij kiest een nogabruin poloshirt op een witte broek, een donkerblauwe sportieve jas en zwarte instappers van fluweel.

In deze outfit kan hij gerust elk jacht betreden. Labels zie je niet, alleen dat de stoffen verfijnd zijn. De kleding van zijn merk heeft “een typische Milanese touch van understatement”, zegt hij.

Natuurlijk past ze perfect bij de marineblauwe 911 (993) Turbo, bouwjaar 1995, die in zijn garage staat. Eigenlijk is hij van kinds af aan Porsche-fan, vertelt Miani. In zijn kinderkamer had hij al een plank vol met modellen van het sportwagenmerk. De 993 was zijn droom sinds hij ‘entrepreneurship’ studeerde aan het Babson College bij Boston en hij het model bij een vader van een studiegenoot zag. Als ze samen de vader bezochten, maakten ze met diens ‘Elfer’ stiekem tochtjes door de stad.

Miani’s ‘Elfer’ komt uit de Porsche Exclusive Manufaktur en was ooit een speciale uitvoering voor een klant uit Japan. De leren bekleding in het interieur en zelfs de cijferbladen zijn cancanrood, net als de rokken van de danseressen in de Moulin Rouge in Parijs. Zelfs de instrumenten in het dashboard hebben dezelfde roodtint. Alle vijf de Porsches die Miani bezit, komen uit de Exclusive Manufaktur in Stuttgart-Zuffenhausen. In de garage van het Larusmiani-hoofdkantoor wijst de directeur naar zijn zilverkleurige 911 (996) met boxsterrood interieur, waarvan zelfs de ventilatiesleuven met leer zijn bekleed. “Echt gekkenwerk“, zegt hij met waardering.

Dan wordt hij al aangeklampt door een van zijn medewerkers, het gaat om vragen over zijn boot. Bovendien wil hij met Miani stofstalen bespreken. Verder staat binnenkort de opening van de Larusmiani-winkel, vlak bij de Milanese boulevard Via Monte Napoleone, op het programma. De CEO staat dus onder hoogspanning, maar dat valt niet aan hem af te lezen. Later moet hij nog iets voor zijn event-serie Fuori Concorso regelen – een exclusieve bijeenkomst van autofans aan het Comomeer, die Miani sinds 2019 elk jaar in mei organiseert in de tuin van de Villa del Grumello. Geheel toepasselijk stond daar in 2022 alles onder het motto ‘turbomotor’. Exclusief object: een straatversie van de 911 GT1 uit het Porsche Museum. Dit jaar wordt bij Fuori Concorso het jubileum ’75 jaar Porsche sportwagens’ groots gevierd.

In de showroom van het hoofdkantoor zie je alles wat bij het merk hoort: naast luxe kleding ook allerlei accessoires voor de gentleman van de wereld – humidors en horlogedozen, scheersets met heften van parelmoer, paraplu’s, asbakken met handbeschilderde tijgers erop, backgammonsets en leren autogereedschapskits. Momenteel ontwikkelt Miani ook champagnekoelers van carbon. Op een tafel in het kantoor liggen oude fotoalbums. Vrolijk lachend zie je de bedrijfsoprichter naast tal van beroemdheden. Miani senior maakte niet alleen kleding voor de Italiaanse toneellegende Totò, ook Buster Keaton was zijn klant en de laatste koning van Italië, Umberto II. Zelfs prins Philip van Engeland bezocht hem ooit.

Ambachtskunst:
De nieuwe boetiek in de Via Verri ligt in de beroemde Milanese modewijk dicht bij de Via Monte Napoleone. Hier presenteert Miani zijn moderne visie op het merk. Het is de kunst om materiaal en techniek tot de hoogste kwaliteit te versmelten.

Om de aandacht te vestigen op zijn stoffen, bedacht senior voortdurend nieuwe reclameacties. In 1968 liet hij voor kerst eens een Engelse telefooncel op het Domplein van Milaan plaatsen om reclame te maken voor zijn Britse stoffen. Van daaruit konden kinderen met de kerstman bellen. Een andere keer zette hij in een van zijn winkels twee levende vicuña-lama’s om te laten zien hoe fijn hun wol is. De kranten stonden er vol van. Blijkbaar wist hij toen al wat de etalages van Milaan tot op heden zijn: spektakel, dromen, verleidingen. “Hij was een marketingman in hart en nieren!”, zegt zijn kleinzoon lachend.

Bovendien ging hij met z’n tijd mee: “Als je vóór de jaren 50 een kostuum wilde hebben, moest je naar de kleermaker”, vertelt Miani. “Toen ontstond de confectiekleding.” Ook zijn grootvader begon prêt-à-portercollecties te produceren, natuurlijk handgemaakt. Dat doet Larusmiani tot op heden. Alle kleding stamt uit de eigen manufactuur in Toscane, waar 40 kleermakers werken.

Met een kostuum zijn ze ongeveer 60 uur bezig. “Een kledingstuk met de hand maken kun je vergelijken met het creëren van een kunstwerk”, zegt Miani. Elke kleermaker heeft zijn eigen handschrift.

Toen Guglielmo Miani senior met pensioen ging, nam zijn zoon het merk over. Omdat Riccardo Miani echter veel introverter was, liet hij de marketingkant liever aan zijn vrouw over en breidde hij zelf de stoffenhandel uit. Riccardo zette een manufactuur voor de productie van Italiaanse stoffen op, want ze waren in de tussentijd niet alleen van betere kwaliteit, maar ook lichter, vloeiender en moderner dan het Britse textiel. Voor de productie kocht hij de meest verfijnde basismaterialen ter wereld, zoals zijde, kasjmier en linnen.

Traditie en moderniteit:

Traditie en moderniteit:

’s Middags neemt Miani ons mee naar de binnenplaats van het Palazzo Borromeo d’Adda in de Via Manzoni. Een paar huizen verderop opende zijn grootvader in 1922 de eerste kleermakerij. 600 meter verderop ligt – pal naast de Bar Camparino – de Galleria Vittorio Emanuele II, de winkelpassage uit de 19e eeuw.
Op maat gemaakte 911:

Op maat gemaakte 911:

Zijn sportwagens zijn voor Miani als kledingstukken. Wat hij ‘aantrekt’, beslist hij ’s ochtends in de garage.

Nadat Guglielmo Miani junior na zijn studie uit de VS was teruggekeerd, trad ook hij toe tot het bedrijf. Meer dan vijftien jaar leidde hij de stoffenhandel, voordat hij directeur werd van het hele bedrijf. In welke richting hij het merk sindsdien heeft ontwikkeld? Hij heeft bijvoorbeeld het percentage zomerstoffen in de collectie verhoogd, vertelt Miani.

Daarnaast heeft hij het kledingmerk en de daarmee verbonden levensstijl duidelijker neergezet – in zekere mate is het zijn eigen stijl: hij produceert alleen dingen die hij zelf zou dragen of gebruiken. Sandalen ga je bijvoorbeeld nooit in zijn huis tegenkomen – die trekt hij “zelfs niet onder dwang” aan. Hij heeft liever de kleurrijke handgenaaide friulane uit de collectie, de fluwelen instappers die overal bij passen, van een zwembroek tot een smoking. “Wat mij betreft heeft mannenkleding finetuning nodig”, zegt Miani. Daarmee haalt hij de taal van de motorsport weer aan.

Hoogtijd voor een ritje door zijn geboorteplaats, waarvan hij zoveel houdt vanwege de creativiteit en dynamiek. We ­rijden langs Giardini Indro Montanelli, een park in het centrum, via de Via Manzoni waar alles begon, naar het Bulgari Hotel waar Miani graag luncht.

Onderweg zet hij de muziekinstallatie aan – uit de luidsprekers klinkt discopop, Alex Rossi zingt: “Tutto va bene quando facciamo l’amore” – “Alles gaat goed als we van elkaar houden”.

Op een bepaald moment geeft Miani flink gas. Het voelt alsof de wagen heel even opstijgt. Daarom zijn z’n vijf Porschesportwagens allemaal turbo’s, zegt hij. “Ik houd van het effect als de turbo op-pakt en de adrenaline door je heen giert.”

Een korte rit door Milaan:

Een korte rit door Milaan:

Miani houdt van de dynamiek van zijn geboortestad – en van haar creativiteit.

Als je hem vraagt hoeveel auto’s hij in totaal heeft, maakt hij met zijn hand het gebaar voor ‘circa’. Dan zegt hij: “25.” Hij heeft één kentekenplaat voor meerdere auto’s. Of hij zich elke ochtend afvraagt in welke sportwagen hij die dag rijdt? “Si”, zegt hij glimlachend. Voor hem is een sportwagen “come un vestito”. Als een kledingstuk.

Andrea Walter
Andrea Walter
Verwante artikelen