Norbert Bisky: “Emoties zijn mijn werkmateriaal”

Norbert Bisky is een van de belangrijkste hedendaagse kunstenaars – tegen wil en dank. Wij spreken de kunstschilder op zijn eerste solo-expositie in Leipzig. Op een plek zonder herinnering.

   

Een blonde jongeman kijkt verschrikt. Gebruinde huid. Het landschap schraal. Op de achtergrond een paar bomen. Een tafereel in waterverf: lichtgroen, veel roze, veel wit, veel licht. Niets om bang van te worden, als er tenminste geen geüniformeerden stonden opgesteld. De jongeman kijkt in de lopen van vier revolvers, midden in de idylle. Ich war’s nicht heet het schilderij. Norbert Bisky schilderde het in 2003.

18 jaar later is het kunstwerk in Leipzig aangekomen. Bisky heeft zijn eerste solo-expositie in de stad van zijn kindertijd. In galerie G2, in het voormalige ‘Volkseigener Betrieb für Datenverarbeitung’ van de DDR. 

Het gebouw is een log gedrocht van beton, midden in de stad. Een vreemd object dat eruitziet als een kolossale server. Tegenover de Thomaskirche en de voormalige ‘Zentrale der Staatssicherheit’, de beruchte geheime dienst van de DDR. Daar moesten de gegevens uit het rekencentrum worden verwerkt. De serverkasten werden geleverd in 1989 – voordat de apparaten konden worden opgestart, stortte het systeem van de DDR in.

Kunst – werk
Aanvankelijk verwerkte Bisky zijn DDR-ervaringen in aquarellen. Zijn latere olieverfschilderijen zijn monumentaal en fel van kleur.

In plaats van servers huizen er nu bonte schilderijen van Bisky. De kunstschilder staat glimlachend in de galerie: blauw jack met bontkraag, sneakers met rode veters en bont als zijn schilderijen. Hij heeft zelfs een van zijn motieven laten verwerken in een schoen. Het idee ontwikkelde de schilder samen met een schoenmaker en zijn galeriehouder. 250 paar worden er binnenkort van verkocht. Merchandising en commercie – Bisky wuift het weg: “Het is gewoon een leuk idee en een supercomfortabele schoen.” Dan dwaalt zijn blik door de witgeverfde ruimten van de galerie. Hij bezoekt een expositie van zijn eigen werken. 

De expositie Disinfotainment is een autobiografische reis, een levensloop op het doek. Ze toont een artistieke ontwikkeling – van zachte, gevoelige aquarellen met mooie mensen tot monumentale en dramatische verbeeldingen van het heden. Bisky zegt dat hij zijn schilderijen soms als een soort flessenpost beschouwd die mensen een paar decennia later vinden, waarna ze zich afvragen welke boodschappen erin verscholen liggen. 

Het werk Ich war’s nicht stamt uit de tijd waarin Bisky zijn DDR-ervaringen verwerkte. De staat heeft hem zijn jeugd ontnomen, zegt hij naderhand. Norbert groeit op als zoon van de bekende linkse politicus en toenmalige rector van de Filmhochschule Babelsberg, Lothar Bisky. Zijn broer Jens werkt tegenwoordig als auteur en journalist. Bisky vertelt dat kunstenaars in zijn ouderlijk huis altijd met egards werden behandeld.

Sommige critici verweten hem aan het begin van zijn carrière dat hij met zijn felle kleuren en de mooie jonge mannen een dictatuur verheerlijkte. Anderen moesten aan Leni Riefenstahl denken. Voor Bisky was het alsof hij twee keer verkeerd was begrepen: in het echte leven in de DDR, daarna in zijn verwerking ervan. Maar hij schilderde gewoon verder – eigenzinnig was hij eigenlijk altijd al. Hij bladerde door kranten en oude leerboeken “die in scholen en andere instanties bij duizenden werden weggegooid en eerder decennialang de gedachtewereld van de mensen hadden beïnvloed.” Hij bekeek datgene waar niemand meer iets aan had. Van hun betekenis beroofd, kwamen er details tevoorschijn die eerder niemand opvielen, laat staan dat ze die in twijfel hadden durven trekken. “Waarom leken de uniformen van de nationale volkspolitie van de DDR zoveel op die van het leger?”, vraagt Bisky zich af. De DDR had de mode van de vorige dictatuur overgenomen, de uniformen van de fascisten alleen een beetje veranderd. Bisky spreekt van een “schokkende esthetische continuïteit”. 

Schilderen, drogen, inpakken

Zijn schilderijen zijn voor Bisky als verre vrienden. Als ze eenmaal zijn atelier in de Berlijnse wijk Friedrichshain hebben verlaten, ziet hij ze zelden. Zijn artistieke werkritme luidt: Schilderen. Drogen. Inpakken. “Daarna kijk ik naar het volgende schilderij.” Zijn werk vraagt veel tijd én Spaanse koffie. “Ik zit voor mijn schilderijen, loop rond en moet wachten, totdat ze me opdragen wat ze van me willen.” Hij werkt altijd aan meerdere schilderijen tegelijk. Terwijl het ene droogt, mengt hij kleuren voor het volgende.

Wat af is, heeft allang een koper. Wordt afgehaald. Norbert Bisky is een succesvol kunstenaar. Hij spreekt van “het grootste levensgeluk überhaupt”. Dat mensen zoveel geld uitgeven voor zijn kunst, belast hem niet. Het heeft geen invloed op zijn werk. “Kunst kopen, is nooit slecht”, zegt hij. Zo denkt hij ook over culturele sponsoring zoals het programma van Porsche: “Bij bedrijven die vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ervoor zorgen dat duizenden mensen een goede baan hebben en een goed leven kunnen leiden, heb ik geen probleem om eraan gelieerd te zijn. Er zijn echter bedrijven waarvan ik me distantieer.” Misschien door wat hij heeft meegemaakt ten tijde van de omwenteling, staat één ding altijd voorop: “Ik wil nooit aan de kant van het kwaad staan.” 

Selfie – functie
Voor zijn jongste creatie snijdt Bisky beschilderde doeken in stukken om er op spiegels collages mee te creëren. Er ontstaat ruimte voor een zelfportret van de kijker. 
 

In zijn ruime atelier staat Bisky tot aan z’n enkels in bonte snippers schildersdoek. Hij waagt zich aan collages, plakt doek op spiegels. Een reactie op het narcisme in de samenleving, op mensen die altijd zichzelf willen zien, zelfs als ze het werk van iemand anders bekijken. Zijn spiegelbeelden drukken dit in uitvergrote vorm uit, bieden de kijker in het werk ruimte voor een zelfportret – een schilderij met selfiefunctie. De werken zijn een poging om de schilderkunst steeds weer opnieuw te ontdekken. De spiegelschilderijen onder de titel Mirror Society zijn nog tot en met 1 augustus te zien in het SCAD Museum of Art in Savannah in de staat Georgia in de VS.

Schilderijen in plaats van servers

Enkele werken, bijvoorbeeld Medienzeit, laat hij ons in Leipzig zien. Ze vormen een breuk met zijn monumentale schilderijen. Bisky stelde de expositie zelf samen. Anka Ziefer, curator van galerie G2, zegt dat er twee soorten kunstenaars zijn: “Degenen die veel vragen hebben en ondersteuning willen. En anderen, zoals Norbert Bisky, die hun eigen gang gaan, die zichzelf en hun werken in een monoloog ensceneren.” 

G2 Kunsthalle:

G2 Kunsthalle:

Since it was founded in 2015, the private nonprofit institution in the heart of the city has supported young artists and organized special exhibition projects. The building was intended to be used for data processing in the days of East Germany.

Het gebouw biedt veel ruimte voor frictie, creëert verbanden en verbindingen – een plek zonder herinnering, gevuld met een doel en nu voor een ander doel gebruikt. Een etage kunst, in de kelder een discotheek, een verdieping met antieke gipsafdrukken. Bisky: “Al snel voelde ik dat ik hier iets moest doen.” 

Door de onvoltooide geschiedenis is het gebouw het beste decor voor een thema dat Bisky sinds de pandemie bezighoudt: de communicatie in een wereld die door velen alleen nog via de computer wordt beleefd. De gezichten van de mensen in zijn schilderijen zijn in een speciaal licht gehuld, alsof ze door een beeldscherm worden verlicht, zoals in het werk Follower. “Aan huis gebonden geven de mensen de persoonlijkste gegevens prijs”, stelt hij vast. Informatie waaraan de Stasi vroeger nooit zou zijn gekomen, ligt nu gewoon voor het grijpen. 

Tegelijk dringt het leed van de hele wereld via het internet ons leven binnen. “De technologie creëert digitale gruwelplekken. Wanneer was het ooit zo dat we overal en vooral live getuige konden zijn?” Bisky herinnert zich hoe hij in de zomer van 2021 aan de Middellandse zee schilderde, terwijl hij op het beeldscherm de aftocht van de internationale strijdkrachten uit Afghanistan volgde.

Plek van zijn kindertijd

Zijn expositie in Leipzig werd meermaals verlengd. Bisky is een zoon van deze stad. Zijn eerste tien levensjaren bracht de in 1970 geboren schilder hier door. Hij noemt Leipzig de plek van zijn prelinguïstische vorming. In het museum voor beeldende kunst zag hij voor het eerst schilderijen. Het hoort bij zijn kindertijd, net als parken, tuinen en architectuur. Zijn toenmalige huis in het ‘Waldstraßenviertel’, de grootste wijk uit de Duitse ‘Gründerzeit’ in Europa, was een overdosis jugendstil. Bisky kent het typische vocabulaire in de stad: “Waar vraagt nu nog een ober of het eten je ‘gemundet’ heeft?” Leipzig is voor hem altijd “het burgerlijk-beschaafde stedelijke alternatief” voor de Berlijnse buitensporigheid geweest. 

Zijn artistieke loopbaan begon in 1994 met zijn studie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Berlijn bij Georg Baselitz. De in 1938 geboren schilder werd in de jaren 70 beroemd met zijn expressieve figuratieve werken. Baselitz was ook degene die Bisky ertoe aanspoorde om zich artistiek bezig te houden met zijn afkomst. Wie ben je? Waar kom je vandaan? Deze vragen moest hij onderzoeken. Precies dat wilde Bisky niet: “Ik wilde juist mijn DDR-afkomst vergeten.” Uiteindelijk gaf hij toe en maakte één schilderij – daarna liet het thema hem niet meer los. Zijn eerste antwoorden vond Bisky in aquarellen, een techniek die volgens hem ten onrechte als iets amateuristisch wordt gezien. “Ze oogt eenvoudig en banaal als je ernaar kijkt. Maar alles wat eenvoudig lijkt, is moeilijk. Ik hou van zulke tegenstellingen.”

Dat hij speelse aquarellen maakte om zijn DDR-verleden te verwerken, verklaart hij vanuit een diep verlangen naar lichtheid, vrije tijd, spel en vreugde. “In mijn jeugd had ik dat allemaal niet. Mijn schooltijd was een en al propaganda, gekenmerkt door angst en onderdrukking”, herinnert Bisky zich. In 1990, hij vervulde net zijn dienstplicht bij het Nationale Volksleger, gingen plotseling de grenzen open. De DDR verjaagd als een spook. “Alles was zo absurd”, zegt Bisky. Hoeveel jonge mensen in de DDR vroegen zich niet hetzelfde af als hij: wat wil ik nu gaan doen?

In elk geval geen kunstenaar worden. Bisky interesseerde zich weliswaar als kind al voor de schilderkunst, maar kunstenaar worden – hoe dan? De leraren in de DDR vonden het onzin, zeiden: ga dat doen, wat de maatschappij nodig heeft. Maar wat was dat?

Wilskracht!
Talent wordt volgens Bisky overschat. Doorslaggevend is de wilskracht om er iets mee te doen.

In 1993 diende hij toch een portfolio in bij de kunstacademie om te worden toegelaten. Slaagde voor – in zijn woorden – lachwekkende testen waarmee werd beoordeeld of je talent had. “De studie was gericht op mensen met een exceptioneel talent”, deze zin citeert Bisky nu nog met spot. “Als een kunstenaar iets niet nodig heeft, dan is dat talent”, beweert hij. “Hij heeft wilskracht nodig.”

Het allerbelangrijkste voor Bisky is echter iets anders: “Emoties zijn mijn werkmateriaal.” Hij maakt ze monumentaal, met name in het werk Dies Irea uit 2016. Het meer dan zeven meter lange schilderij toont apocalyptische scènes “in prachtige kleuren”, benadrukt Bisky, “zoals je ze kent van Italiaanse ijssalons.” Mensen tuimelen door de lucht, onafgebroken. Het gevoel van instabiliteit liet hem niet los: “Overal werd gesproken over catastrofes, het klimaat, het milieu – het evenwicht was zoek.” In deze onhoudbare situatie schilderde hij individuen die door de tijd worden geslingerd. Er is geen vaste grond, alles is in beweging.

Dat geldt nu nog steeds voor het leven van Norbert Bisky: “Ik heb het gevoel dat er nog zoveel voor me in het verschiet ligt, maar dat ik nog maar aan het begin sta. Ik blijf kunstenaar tot mijn laatste dag.”

Dirk Böttcher
Dirk Böttcher

Verwante artikelen