Timmelsjoch

De Timmelsjoch-Hochalpenstraße is een geliefde verbindingsweg. Het is niet de snelste route over de Alpen, maar wel een van de allermooiste. Een weg waar rijplezier gegarandeerd is en waar je soms echt even wilt stoppen.

   

Bergbroeders:

Bergbroeders:

Attila (left) and Alban Scheiber have led the Timmelsjoch into the modern age with cultural and sporting amenities.

Een pas houdt altijd een belofte in. Die van reizen en ontdekken, dingen uitwisselen en verhandelen. Passen doorbreken grenzen. Soms kun je er zelfs een reis door de tijd maken, verbinden passen gisteren met vandaag en bepalen ze het lot van een enkel gezin of van hele regio’s. Voor dat alles staat de route over de 2509 meter hoge Timmelsjoch tussen Ötztal en Passeiertal, tussen Tirol en Zuid-Tirol, tussen Oostenrijk en Italië.

Alban Scheiber remt de Porsche Taycan af voor de volgende bocht, kiest een elegante lijn langs de binnenste rand van de rijweg en accelereert op het rechte stuk dat daarna omhoog gaat. Hij is één met elke centimeter van dit asfaltlint en met het koppel van de elektrische sportwagen. Zijn tweelingbroer Attila zit ontspannen op de passagiersstoel en laat zijn blik over de weidse besneeuwde velden glijden. Een sneeuwhoen observeert het tafereel. Niets verstoort hier de stilte van het moment. 

Elk jaar aan het begin van de zomer komt op de Timmelsjoch-Hochalpenstraße alles weer tot leven. Afhankelijk van de hoeveelheid sneeuw wordt de pas ergens tussen half en eind mei geopend. Daarvoor schrapen drie tot vier weken lang grote machines het sneeuwdek laag voor laag van het asfalt. In strenge winters kan dat dek zes, acht, ja zelfs wel tien meter dik worden. Het seizoen duurt slechts een maand of vijf, en tot oktober doorkruisen hier zo’n 100.000 auto’s en 80.000 motorfietsen de Oostalpen.

De tweeling is verantwoordelijk voor deze doorgang tussen Reschen en Brenner, de enige op de belangrijkste kam van de Alpen die bereden kan worden. Zij zijn de eigenaars van de 32 kilometer lange Timmelsjoch-Hochalpenstraße. Vanuit Sölden in het Ötztal slingert het asfaltlint zich met een kleine dertig haarspeldbochten naar het hoogste punt van de pas.

32 kilometer weg

De weg maakt er geen al te steile klim van, maar wie het rijden door de bergen niet gewend is, ervaart het toch als een uitdaging. Bussen en vrachtwagens mogen er alvast niet over. Eenmaal boven zijn in de verte de drieduizend meter hoge toppen van de Stubaier Alpen en de Dolomieten te zien. Vanuit Meran waait er een flauwe wind, de vrijheid van verre einders is hier te ruiken.

Al sinds generaties is de familie Scheiber nauw met deze weg verbonden. Angelus Scheiber, de grootvader van de tweeling, wordt wel beschouwd als de uitvinder van het moderne toerisme in het Ötztal. De weg over de Timmelsjoch was zijn idee. De visie van deze pionier was dat je ’s morgens op de gletsjers van het Ötztal ging skiën en dan ’s middags tot rust kon komen onder de palmbomen van Meran.

Tegenwoordig een modern asfaltlint:

Tegenwoordig een modern asfaltlint:

In the 1950s, the first kilometers of the High Alpine Road were laid by hand.

Zijn zoon Alban, de vader van de tweeling, stond in 1962 met zijn Porsche 356 B aan de start van de eerste heuvelklim op de Timmelsjoch. De verwoede strijd tegen de klok werd voor een deel nog uitgevochten op een losse ondergrond van steenslag, en op de erelijsten van toen prijken de namen van grootheden als Hans Herrmann. Het is dan ook niet zonder reden dat de Italianen hem de passo del rombo noemen – de pas van de donder. Alban Scheiber senior joeg de droom van zijn vader al even verbeten na, om uiteindelijk als skiliftexploitant in Hochgurgl de overheidsaandelen in de weg over te nemen, en daarmee meerderheidsaandeelhouder te worden.

Bij Alban en Attila zit de liefde voor de weg en voor snelle auto’s in het bloed. “Op ons zesde kregen we onze eerste bromfietsen, en op ons achtste stormden we al op crossmotoren de berg op”, vertelt Alban Scheiber.

Met z’n tweeën hebben de broers hun weg ingesteld op modernere tijden. “Het gaat er hier niet om snel van A naar B te komen”, benadrukt Attila. Wie haast heeft neemt de snelweg over de Brennerpas – en ziet alleen vanuit de file nog iets van de natuur en de dorpen daar.

Maar wie over de Timmelsjoch rijdt, beleeft het reizen nog op een oorspronkelijke manier en moet de tijd nemen voor het adembenemende berglandschap, voor architectuur en voor wat bezinning. Je bent nog onderweg en toch ben je er eigenlijk al. Of de reis vordert wordt bijzaak. Je inhouden is juist de bedoeling van de weg.

Je bent nog onderweg – en toch ben je er eigenlijk al. Je inhouden is juist de bedoeling van de weg.

30 haarspeldbochten

En de landsgrens? Die is hierboven niet meer dan een herinnering. In plaats van een slagboom en een douanekantoor zijn het twee onopvallende palen en een plaquette die de grenslijn tussen Oostenrijk en Italië markeren. Even daarboven strekt het spectaculaire nieuwe Pasmuseum zich uit. De fundamenten daarvan bevinden zich aan de kant van het Ötztal, maar het helt zestien meter over richting het Passeiertal. Binnen in dit museum, het hoogst gelegen van Oostenrijk, bevinden zich glazen sculpturen die de hele ruimte vullen. In deze kunstmatige ijsgrot hangen foto’s waarop te zien is hoe zwaar het werk aan de weg hier destijds moet zijn geweest. In de jaren vijftig werden de eerste twaalf kilometer steen voor steen met de hand uitgehouwen.

In de grensdoorbrekende architectuur van het gebouw manifesteren zich de idealen van de familie Scheiber. De Eerste Wereldoorlog mag Tirol dan gescheiden hebben van Zuid-Tirol, in het moderne Europa raken de regio’s steeds meer met elkaar verstrengeld. “Over de Timmelsjoch rijdt nu al meer dan vijftig jaar grensoverschrijdend verkeer dat de volkeren verbindt”, zegt Alban Scheiber.

Ook tijdens hun opleiding bestonden er voor de broers al geen grenzen. Voor studie en werk zijn ze de hele wereld over geweest, tot in Japan en Australië toe. Hun ervaringen brachten ze mee naar huis. Net als hun vader exploiteren ze nu kabelbanen, skischolen en hotels. En ze onderhouden de weg. Die vormt de levensader voor de aangrenzende dalen, de hele regio zelfs.

2509 meter hoge pas

Families die hier al een hele geschiedenis hebben liggen, weten nog hoe het destijds was, zonder die weg en zonder het toerisme. De bergboeren uit het Ötztal moesten in de korte periode dat de grond hier sneeuwvrij is in hun levensonderhoud voorzien. De rotsige hellingen vormden een vrijplaats voor smokkelaars. “Zonder de toeristen zou deze streek nauwelijks nog bewoond zijn geweest”, zegt Attila Scheiber met grote stelligheid. Wie nog weet hoe het hier vroeger was, kijkt toch anders naar de discussie over de uitwassen van het toerisme. En voor zo iemand zijn auto’s een zegen!

Om het elan erin te houden, hebben Alban en Attila Scheiber telkens weer grootscheeps geïnvesteerd. “Als je iets doet, moet je het goed doen”, formuleert Alban hun aanpak. Het is niet alleen de weg die in puike conditie verkeert. Ook elders hebben de gebroeders Scheiber de omgeving een ander gezicht gegeven. In het Passeiertal is op zes locaties het werk te bewonderen van Werner Tscholl, een architect uit Zuid-Tirol. Het zijn gebouwen als sculpturen, met infopoints over de weg en zijn geschiedenis. Daar stuit de bezoeker op de smokkelaars van weleer en op buitenaardse wezens die in hooggelegen mijngangen zouden zijn ontdekt.

Op de plaats waar in de jaren vijftig een tolhuisje stond, verrees op 2175 meter hoogte het Top Mountain Crosspoint. Het lijkt een organisch gegroeid bouwwerk van hout, steen en staal. Binnenin bevindt zich het dalstation van de hypermoderne Kirchenkar-kabelbaan, die in de winter wel 2400 skiërs per uur naar boven brengt. Daarnaast herbergt het gebouw op een van de mooiste uitzichtpunten in de Alpen een groot, licht aandoend restaurant.

De lift en het restaurant hebben de winter van 2020/’21 doorstaan. Het hart van het Top Mountain Crosspoint helaas niet: op 18 januari is het motorfietsmuseum verwoest door een grote brand. Decennialang verzamelden de broers uiterst zorgvuldig en vol passie zeldzame motorfietsen en iconen uit de voertuiggeschiedenis. In totaal waren het 330 motorfietsen uit een periode van honderd jaar. Contemporaine geschiedenis van A.J.S. tot Zündapp, aangevuld met juwelen als een Porsche 911 Targa met softwindow – uit 1967, het geboortejaar van de tweeling. Tijdens de fotoshoot voor dit artikel vertelden ze nog vol enthousiasme over hun grootse plannen. Er werd hard gewerkt aan een uitbreiding. Het was de bedoeling dat de motoren interactief te beleven zouden worden. Het liep helaas anders. Alle expositiestukken vielen onherroepelijk ten prooi aan de zee van vlammen. Het is alsof de pas van de donder toch geen rust kon vinden.

Ole Zimmer
Ole Zimmer
Verwante artikelen

Verbruiksgegevens

Taycan Turbo

WLTP*
  • 23.6 – 20.2 kWh/100 km
  • 0 g/km
  • A Class

Taycan Turbo

Verbruiksgegevens
stroomverbruik gecombineerd (WLTP) 23.6 – 20.2 kWh/100 km
CO₂-uitstoot gecombineerd (WLTP) 0 g/km
CO₂ class A